top of page

De geschiedenis van de ’s-Gravelandse Vaart

Al sinds 1989 woon ik aan het Zuidereinde, vaartzijde zoals dat zo mooi heet. Maar over de Vaart weet ik niet veel meer dan mooi, eendjes, zwanen, aalscholvers en vissen. 

Hoogste tijd om eens in de historie te duiken.


Eerst wat jaartallen:

Rijke Amsterdammers belegden hun geld tijdens de Gouden Eeuw in het droogleggen van polders en het bouwen van buitenplaatsen. In 1625 werd toestemming verleend om de moerassen en zandheuvels van het Gooi te ontginnen en deze heidevlakten om te bouwen tot ‘lustoord”. Dit stuitte op hevig lokaal verzet want de heidegronden werden door de boeren gebruikt als weidegrond. 

Zoals nu werden ook toen al bewoners niet betrokken, maar dit terzijde. 

Pas in 1634 is er een ontginningsovereenkomst gesloten en kon met het werk begonnen worden. Om de ontginning van het terrein mogelijk te maken was een goede vaarverbinding met Amsterdam noodzakelijk. De vaart langs de Loodijk werd in zuidelijke richting verlengd en kreeg de naam “’s-Gravelandse Vaart” en in 1638 werd de Vaart verbonden met Loosdrecht. De verbinding tussen Ankeveen en het Naardermeer, die er al was, hoefde men slechts aan te passen. Daarvoor diende de Karnemelksloot als verbinding tussen Ankeveen en de Zuiderzee via de haven van Naarden die al in 1411 was gegraven. Maar omdat deze haven regelmatig dichtslibde, koos men al snel voor de verbinding via de Vecht. Tot die tijd waren er verder geen vaarverbindingen in het Gooi en was Hilversum een geïsoleerd dorpje op de heide. De totale lengte van de ’s-Gravelandse Vaart is trouwens ruim 12 kilometer.


Sluizen:

De Vecht stond in die tijd nog rechtstreeks in verbinding met de Zuiderzee. Pas in 1672 is de zeesluis bij Muiden gebouwd. Bij de aansluiting van de Vaart met de Vecht is een schutsluis aangelegd. In Fort Uitermeer, bij Weesp. Maar omdat de sluis binnen het fort tot veel overlast (ook toen al) leidde is de sluis in 1878 verlegd naar het noorden. 

De Noordersluis aan het Noordereinde stamt uit 1635 en in de rechter zijmuur van de brug is nog een oude gevelsteen met het gemeentewapen te zien; de gekroonde trapgans. Deze sluis is al jaren niet meer in gebruik en afgesloten met schotbalken.

Sluis Picture 1.png
Photos.png

Er was smalle ijzeren ophaalbrug, maar die is in 1986 vervangen voor de huidige, vaste en lagere brug. 
Tja, en dan zouden nu alle bruggen weer verhoogd moeten worden.

Picture 1.png

De Zuidersluis is een kleine, handbediende schutsluis uit 1638 met houten vlakke puntdeuren die in 1980 nog vernieuwd zijn. De sluis heeft een gemetselde bakstenen kolk van ongeveer 25 meter lang en 3,75 meter breed met constructieve toepassing van natuurstenen blokken. Deze schutsluis is onderdeel van de “aan militair-strategische bouwkunde gerelateerde uitingen van historische waterbouwkunde die in aangepaste vorm werd gebruikt voor militaire doeleinden.”        

(Bron citaat: https://www.sluizenenstuwen.nl/detail.asp?id=141)

Zowel Fort Uitermeer als de sluizen staan op de monumentenlijst. 

En dan is er in 1999 een zelfbedieningssluis, de Raaisluis, aangelegd tussen het Hilversums Kanaal en het zuidelijke deel van de ’s-Gravelandse Vaart naar de Loosdrechtse plassen waar we op een mooie dag al kunnen ervaren hoe het dan eventueel bij ons in de vaart gaat worden. Gezelligheid kent geen tijd.


Vervoer:

Het afgegraven zand van de ontginning werd naar het sterk groeiende Amsterdam vervoerd en gebruikt voor de stadsuitbreiding. Ook de turf vanuit Ankeveen en Kortenhoef ging per boot naar Amsterdam. Terug werd er vanuit Amsterdam “organisch huisvuil” naar de kale en arme zandgrond gebracht voor bemesting. In 1644 wordt voor het eerst een schipper aangesteld om een geregelde veerdienst per trekschuit op Amsterdam te onderhouden. En per schuit kwamen de “rijke Amsterdammers” over het water, toen de snelste weg, naar ‘s-Graveland. Zij vertrokken aan de Amstel bij het “’s-Gravelandse Veer”, via de Weespertrekvaart, de Vecht en de ’s-Gravelandse Vaart naar hun buitenhuizen. Op de landgoederen woonden de “Heeren” en aan de Vaart de arbeiders. Omdat de buitenplaatsen alleen in de zomer werden bewoond was er ’s winters geen werk voor de arbeiders. 

Geen werk betekende toen geen inkomen. 


Ontwikkeling van ’s-Graveland en de vaart:

Dankzij het zachte water in de Vaart begonnen de vrouwen rond 1650 de wasserij-industrie. Dit liep zo goed dat er zelfs was vanuit Amsterdam werd gestuurd en gingen de mannen ook aan het “waschen”.

Even over "het jagen" van de trekschuit: 

Jac Picture 1.png

We spreken hier over de tijd dat er nog geen scheepsmotoren waren en de mens of zelf of met een paard het schip met een touw voorttrok. Om dit te kunnen doen werd er langs de rivieren en kanalen een strook land vrijgehouden; Het jaagpad. Vaak werd een paard en soms meerdere paarden ingezet en werd de voerman van het paard “de jager” genoemd. 

Vandaar de naam jaagpad. Arme schippers hadden geen geld voor een paard en trokken de boot zelf en/of met hun gezin. Puur op spierkracht. Ook voor personenvervoer was men toen afhankelijk van de trekschuit. Pas in de negentiende eeuw kwam er serieuze concurrentie voor het personenvervoer over water, namelijk de diligences en nog later in de eeuw de spoorwegen. 

Ook het jaagpad langs de ’s-Gravelandse Vaart is een monument. Nadat motoren hun intrede deden in de schuiten werd de ’s-Gravelandse Vaart verboden voor gemotoriseerde vaart. Men moest of jagen of er moest geboomd worden. Daarvoor worden 3 redenen opgegeven;

“Deze maatregel was nodig wegens het zeer beperkte dwarsprofiel van de vaart, waardoor ook bij een geringe vaarsnelheid de aantasting van de bodem en belopen niet zou uitblijven. Het malen van de schroeven, gepaard gaande met een grotere zuiging van de zich sneller bewegende vaartuigen, zou het nog meer wegvloeien van de zanderige belopen tot gevolg hebben, met de daaruit voortvloeiende verzanding van de vaart en een gevaar vormen voor de aangrenzende bebouwing, waarvan de achtergevels uit het water oprijzen. Een derde motief voor deze verbodsbepaling vormde de aanwezigheid van de vele blekerijen en wasserijen in ’s-Graveland, die verontreiniging van het voor hun benodigde water vreesden, door de beroering die de schroeven teweeg zouden brengen in het nauwe en ondiepe vaarwater.” 

Op het wasserij argument na allemaal zeer actueel!! 

(Bron citaat: Het ontstaan van de vaarwegen in het Gooi en de geschiedenis van het Hilversums Kanaal met de schutsluis het Hemeltje en de Hilversumse Haven. Gemeente Hilversum).


De wasserijen en de bewoners loosden tot en met de zeventiger jaren van de vorige eeuw niet alleen waswater. Werkelijk alles kwam in de Vaart uit of werd erin gemikt. 

Jac Picture 2.png

Het schijnt dat in het “fosfaattijdperk” het schuim soms meer dan een meter hoog stond. 

En stinken!! Zo erg dat de bewoners aan de straatzijde sliepen. En niet alleen op zomerse dagen. Verder was de Vaart helemaal dood, geen vis te bekennen, de kleur van het water blauw/grijs en voor mens en dier ondrinkbaar. Tijd voor aktie!


Onderhoud en beheer:

In december 1957 werd begonnen met serieus onderhoud en beheer, de Vaart werd uitgebaggerd! Sinds de aanleg was dat nog nooit gebeurd. Er werd gestart vanaf de Zuidersluisbrug en naar de Smidsbrug toe gewerkt en daarna, in 1959, tot het Noordereinde. Er is toen een kleine 5 kilometer uitgebaggerd. Er werd gewerkt met een grijper en een baggermolen. Delen van de Vaart zijn drooggelegd en met een dragline leeggeschept. Alles ten minste een meter uit de huizen i.v.m. het risico op schade. Uiteindelijk heeft men ruim 15.000 kubieke meter bagger en ingeworpen vuil uit de Vaart weggehaald en tijdelijk in een weiland bij de Zuidersluis opgeslagen. Waar het daarna naar toe is gebracht vertelt het verhaal niet. Er is enkel sprake van: “Later werd er gelukkig een definitieve oplossing gevonden; de bagger is toen definitief afgevoerd.’ 

(Bron citaat: Het uitbaggeren van de ’s-Gravelandse Vaart. E. Spoor-Ensink).





Nadat de Vaart was “leeggeschept” moest er weer schoon water in. 

De Mobiele Colonne en het vijzelgemaal bij de Zuidersluis pompten vanuit het Hilversums Kanaal het water in de Vaart. En dan te bedenken dat pas eind jaren 80 van de vorige eeuw ’s-Graveland werd aangesloten op het riool.

Open Sluis Picture 1.png

Rond 2000 is er nog een keer, en vooral in het midden van de vaart, gebaggerd. Maar omdat er meer bagger was dan verwacht en er risico op problemen met kabels en leidingen in het Zuidereinde deel en wellicht ook wat ellende ontstond aan fundamenten van percelen, is dit baggerproject volgens mij gestaakt. Een deel van Kortenhoef heeft nog een tijd zonder stroom gezeten omdat er een kabel kapotgetrokken was. Men was zo goed voorbereid dat men niet wist dat er kabels liepen. Wat komt me dit toch allemaal bekend voor. 

 ​

Pak de fiets of maak een wandeling, negeer de auto’s en geniet van de Vaart met het prachtige riet, de vogels en al wat er verder leeft in dit nu nog schitterende stukje Wijdemeren zolang dat nog mogelijk is en voor er weer “Amsterdammers” in bootjes met kratten bier uw rust en privacy komen verpesten. Help mee dit erfgoed niet verloren te laten gaan. Steun Stichting Behoud Erfgoed ’s-Gravelandse Vaart.


Jacqueline Reimerink

Geniet

Jac Picture 5.png

Met bijzondere dank aan de vrijwilligers van de Historische Kring “in de Gloriosa.”


Bronnen:

• Historische Kring “in de Gloriosa.”

• Het ontstaan van vaarwegen in het Gooi en de geschiedenis van het Hilversums Kanaal met de schutsluis het Hemeltje en de Hilversumse Haven. Augustus 1980, Gemeente Hilversum

• ’s-Gravelandschevaart, Geri van Ittersum

• Het Hilversum Kanaal. Gedurfd project in crisistijd, Jan. E. Lamme

• Overzicht van de geschiedenis der Vaarten in het Gooi

www.hk-kortenhoef.nl

www.wikipedia.org

www.archieven.nl

www.wijdemeren.nl

www.sluizenenstuwen.nl

www.rijksmonumenten.nl

www.routeyou.com

Jac Picture 5.png
bottom of page